7. Vereenigde Harger- en Pettemerpolder en HBZ
De Vereenigde Harger- en Pettemerpolder, Natura 2000, ligt achter de voormalige Hondsbossche en Pettemer Zeewering. Door de ligging langs de kust en de aard van de polder is er het hele jaar door altijd wel wat te zien. Tijdens voor- en najaarstrek is het hier altijd spannend vogelen.
De Putten, de polders rond de Putten, de Abtskolk/Nieuwe Putten, de Bakkersdam (bij de Leihoek), omgeving Hargergat en de parkeerplaats van Hargen aan zee zijn doorgaans goede vogelplekken.
In de directe omgeving hebben zich zeer grote veranderingen voorgedaan, voor de Hondsbossche en Pettemer Zeewering zijn zandduinen aangelegd en alle strekdammen en de stenen kust zijn onder het zand verdwenen.
Ook in de Putten hebben zich grote veranderingen voorgedaan.
De Putten (GPS 52°44’13.74″N 4°38’46.06″O)
De Putten zijn in 2015 rigoureus veranderd door het dieper maken van de waterbodem en de realisatie van (schelpen)eilandjes. Op deze eilanden broeden o.a. Grote sterns, Visdieven, Kokmeeuwen, Kluten en enkele andere meeuwensoorten. Meestal zijn er steltlopers, sterns (flinke groepen grote sterns in de trektijd)
en meeuwen aanwezig. In het najaar en in de winter Smienten, Wintertalingen en ganzen.. In het riet broeden Kleine Karekiet en Rietgors.
Het is een stopplaats voor trekvogels en een plek om te overtijen bij hoog water vooral steltlopers, meeuwen,sterns en eenden).
Hondsbossche Duinen
In 2013 is voor de Hondsbossche en Pettemer Zeewering een duinenrij van zand opgespoten, waardoor een unieke biotoop met hard substraat verloren is gegaan. De duinen zelf
hebben weinig te bieden op vogelgebied, maar de sleuf (“gully”) tussen de oude zeedijk en de duinen des te meer.
Het vormt een prachtig luw gebied en is in de trektijd een mekka voor trekvogels.
Polders
In de polder broedden Grutto’s, Tureluurs, Kieviten en eenden als Wilde eend, en soms Bergeend, Krakeend, Slobeend. Ook Graspiepers en Witte kwikstaarten (bij de opstallen in de polder) broeden er. Er worden nog wel regelmatig Patrijzen gezien.
Voorts is de polder foerageergebied voor o.a. Blauwe reigers , Grote zilverreigers en Lepelaars. In de trektijd regelmatig groepen Goudplevieren en Wulpen. Bij hoog water vaak Steenlopers in de graslanden. Grauwe ganzen zijn er het hele jaar door aanwezig.
Het gebied is een overwinteringsgebied voor Kolgans en het is één van de gebieden in Nederland waar de zeldzame Dwerggans voor
langere tijd gedurende de winter verblijft.
Ook de Rotgans is regelmatig in de winter aanwezig.
Buizerd en Torenvalk zijn er het hele jaar en er overwinteren enkele Slechtvalken in het gebied.
Verder regelmatig Sperwer, Bruine- en Blauwe kiekendief, soms Boomvalk, Smelleken en Havik.
Abtskolk (GPS 52°44’56.07″N 4°39’48.98″O)
De Abtskolk bestaat uit gras- en rietland en een waterplas met een grootte van 1,8 hectare.
De Abtskolk is een voormalig wiel, een plas die is ontstaan na een dijkdoorbraak.
Bij de Abtskolk broeden rietvogels als Rietgors, Rietzanger, Baardman en Blauwborst.
Leihoek (52°45’12.00″N 4°39’2.87″O)
In 2018 zijn de gronddepots afgegraven en is er een plasdrasgebied aangelegd.
Er broeden nu veel Kluten en Bontbekplevieren. In de trektijd zijn veel waadvogels aanwezig.
Bakkersdam (GPS 52°45’27.59″N 4°39’15.45″O)
De Bakkersdam is een moeilijk te overzien rietgebied in het oostelijke deel van de Hazepolder, tussen Leihoek en Petten). In de eerste week van augustus wordt vaak de Waterrietzanger aangetroffen. Naast de gebruikelijke vogelsoorten die in rietland worden aangetroffen zijn er een paar waarnemingen van Graszanger.
Hargergat (GPS 52°43’21.59″N 4°39’25.36″O)
Het Hargergat is eind april en begin mei vaak goed voor Beflijsters. In deze omgeving dan kans op allerlei zangvogelsoorten.
Kuifmees, Zwarte mees, Grote lijster, Boomleeuwerik.